"...en onopgemerkt, in onopvallende kledij rondlopen en door iedereen met rust gelaten worden, dat is prachtig. Met al je zenuwen en al je gevoeligheid."
Gerard Reve

New Street Art


De straat, altijd weer de straat, die onvoorspelbare combinatie van opzet en toeval. Langs de stoeprand waait een krant, een boom laat wat blaadjes vallen, een auto rijdt een paaltje omver. Een man maakt een foto van een beschilderde muur, een bekende actrice loopt er voor langs op het moment dat hij afdrukt. De straat is het steeds veranderende decor van coïncidenties en improvisaties op het thema moedwil en misverstand.

Een vriend van mij, dezelfde die ik citeerde in De bouwplaat, verhuisde in 2008 van Amsterdam naar Londen. Toen hij daar de omgeving ging verkennen, ontdekte hij overal in zijn buurt street-art van een bijzonder hoog niveau. Hij kocht een kleine digitale camera en begon alle pieces die hij mooi vond te fotograferen. En hij besloot die foto’s bij elkaar te zetten op Flickr. 
Met de hem kenmerkende vasthoudendheid ontstond zo al gauw een omvangrijke documentatie. En nu, vijf jaar later, is er ook het boek: New Street Art.



Het is een soepel, precies vierkant (211 x 211 mm) boek geworden, dat ik sinds ik het in handen kreeg maar moeilijk kan loslaten. De selectie van de werken is van grote kwaliteit, de foto's zijn helder en subtiel en de ogenschijnlijk bescheiden stukjes tekst bieden een schat aan informatie. De vormgeving geeft prioriteit aan de platen, op elk van de 272 pagina’s één of meer, en daar gaat het hier natuurlijk ook om. Maar in de bijschriften weet Claudelondon veel over de makers en hun werk te vertellen, onderzoekt hij de mores van de street-art en doet hij bovendien het – soms komische - relaas van zijn eigen avonturen bij de jacht op schimmige street-artists. Zo mengt hij de persoonlijke geschiedenis van de kunstenaars, die uit alle windstreken komen, op een natuurlijke manier met z'n eigen verhaal. Dwaalgasten onder elkaar.

New Street Art lezen blijkt vooral een vrolijk stemmende ervaring. Lezen is als lopen (zie ook: Ballon maakt furore) en dit boek is daar een sterk bewijs van: alsof ik mee op jacht was door de straten van Shoreditch, sloeg ik telkens met opgewonden verwachting de bladzijde om zoals je een hoek omslaat - om te zien wat de volgende straat te bieden heeft. Haastig, want veel pieces is geen lang leven beschoren. Toch is dat voor mij juist de essentie van de street-art: het vergaan van een piece in weer en wind, street-art als ode aan de tijdelijkheid van de straat.

Omdat ik Claudelondon ooit als vogelaar heb leren kennen, verwachtte ik in zijn boek minstens een uitklapbare plattegrond van de wijk met zo'n confetti van kleurige cijfertjes ("gevallen per locatie"), een kaart met overlappende cirkels ("broedverspreiding") en een die de verschillende trekpatronen in beeld zou brengen. En dan ook natuurlijk de app waarmee iedereen zelf door Oost Londen kan gaan speuren. Maar dat alles ontbreekt en ik mis het eigenlijk niet. De straat is in voortdurende verandering; stoep wordt opgebroken, nieuwe paaltjes verschijnen, muren gaan tegen de grond. Street-art is onderdeel van het straatleven en de pieces blijken vaak vluchtiger dan de vogels.

Het ongeregisseerde, of liever: het ongetemde, is het sterkste kenmerk van de street-art. Het is een uiting van onderop, letterlijk: van de straat. En als zodanig het tegendeel van de van bovenaf georganiseerde stadsverfraaiing. Ook al laat een enkele bekend geworden street-artist zich inhuren door de overheid om schuttingen rond problematische bouwputten te beschilderen (zoals Shepard Fairey alias Obey deed rond het Amsterdamse Centraal Station).

Mijn favoriete onderdeel van het boek is dan ook de grijsgetinte sectie achterin, The unknown artistsOp de een of andere manier is dat voor mij de ware street-art, de echte kunst-in-het-wild: de hardnekkig anonieme pieces, waarvan zelfs de fanatieke Claudelondon de makers niet heeft kunnen traceren. Anoniem als een stoeprand of een lantaarnpaal of een passerende kat. Maar even onmiskenbaar aanwezig. Ik ben blij dat hij zo sportief is geweest om deze sectie in zijn boek op te nemen. Way to go, BrunaDude!