Laat in de regenachtige middag kwam mijn vriendin aanzetten met een pakje. “Uitverkoop!” verklaarde ze, “was anders idioot duur geweest.” Ze gooide de nattige papieren zak naar mij toe en liep door naar de keuken. De zak voelde vreemd zacht aan toen ik hem opving. Ik liep er mee achter haar aan de keuken in. Daar haalde ik het kussen uit de zak tevoorschijn, het kussen van lichte groene stof met een bekend patroon. “Seigaiha!” riep ik, want ik had net een paar dagen geleden de Japanse naam van het patroon opgezocht. En hier, op deze stof, was het des te verfijnder, omdat het met een lichtgroene draad ingenaaid was.
Dat seigaiha-patroon (ook wel seikaiha of seigainami) bestaat
al heel lang en het komt op oude Chinese landkaarten voor als aanduiding
van water. Dat lijkt logisch; “land” is vlaktes en bergen, “zee" is een
verzameling golven. En omdat die laatste sneller veranderen, geef je ze op een
kaart weer als een figuur die zich op regelmatige wijze herhaalt, een motief. Helaas kon ik in Google geen afbeelding vinden van een Chinese landkaart van vóór 1389 die dit aantoont (NB klik op de kaart om het golfpatroon te zien).
Er zijn wel meer mogelijkheden om “zee” uit te beelden als een
verzameling golven. Ronde golven of golven met een puntige top? Dat laatste is
aardig als je boven die golven dan de meeuwen tekent als hun (horizontale)
spiegelbeeld. Te zien op deze Schotse koekverpakking:
En wát voor zee? De ronde seigaiha-golven suggereren een
kalme zee, bij mij komt zelfs het woord “kabbelen” bovendrijven. Er is ook de ruige zee, met de “springende“
golf, die schuine S-vorm, het mooist
op de beroemde Hokusai prent Under a wave off Kanagawa uit 1829, waarbij die kleinere golf op de voorgrond zo mooi de Fuji op de achtergrond herhaalt.
Ik zag dat er ook een variant op het seigaiha-motief bestaat met in de halve cirkel af en toe een heel klein springend golfje, als om duidelijk te maken dat de zee elk moment kan veranderen.
Het golvenmotief zou in Japan voor het eerst gebruikt zijn
als decoratie op een haniwa
(grafbeeld van terra cotta) van een meisje uit de 6e eeuw,
opgegraven in het Gunma district. Ik kon daarvan geen afbeelding vinden tussen
de vele foto’s van gevonden haniwa. Alleen een tekening:
Vanaf de Heian periode (794-1185) verschijnt het aan het hof op de mo, een soort sleep gedragen over de juunihitoe (= twaalf-lagen gewaad). Dat is goed te zien op het omslag van de in 2013 zo fraai uitgegeven tweedelige Genji-vertaling van Jos Vos.
In de eeuwen daarna bleef het motief in gebruik in vele variaties op eenvoudiger kimono.
Maar ook zijn de golven te zien als decoratieve tegels langs de daken van tempels en poorten. En met veel geduld in het zand van een tuin geharkt. Of als een vorm om parelmoer in te leggen in hout. Er zijn meer voorbeelden te vinden van de 1400 jaar van seigaiha-gebruik in Japan.
Tegenwoordig zie ik het motief overal om mij heen; op thee- en zeewierverpakkingen, op telefoonhoesjes, agenda’s, plastic zakken van Ikea enzovoort. Maar mij interesseert vooral de vorm zelf.
In de eeuwen daarna bleef het motief in gebruik in vele variaties op eenvoudiger kimono.
Maar ook zijn de golven te zien als decoratieve tegels langs de daken van tempels en poorten. En met veel geduld in het zand van een tuin geharkt. Of als een vorm om parelmoer in te leggen in hout. Er zijn meer voorbeelden te vinden van de 1400 jaar van seigaiha-gebruik in Japan.
Tegenwoordig zie ik het motief overal om mij heen; op thee- en zeewierverpakkingen, op telefoonhoesjes, agenda’s, plastic zakken van Ikea enzovoort. Maar mij interesseert vooral de vorm zelf.
Hoe beschrijf je die vorm? “A wave design made of the arches of concentric
circles superimposed upon one another so that only the upper portion of each
set of circles is visible”(sweetpersimmon1.blogspot.com)? Dus als “concentrische cirkels die elkaar zo
overlappen dat alleen het bovenste deel van elk te zien is”?
Zelf vind ik het fijne van het ontwerp dat de boogvormen
elkaar zo opvolgen dat het patroon een diepte suggereert die er niet is. Ik bedoel: de golven
vormen rijen, ook diagonaal, waarbij telkens de opvolgende rij “achter” de rij
“ervoor” lijkt op te doemen. Maar dat
voor en achter zit alleen in het hoofd van de waarnemer. Die denkt aan cirkels
en er zijn geen cirkels. Er is ook geen overlapping.
Het mooiste voorbeeld van hoe het patroon uit een perspectief onstaat, is deze verrassende Westerse schildering: een zee van heiligen.
Het mooiste voorbeeld van hoe het patroon uit een perspectief onstaat, is deze verrassende Westerse schildering: een zee van heiligen.
maart 2018